
Triggers
Al dagen heerst er een oorverdovende stilte. Na een heftige woordenwisseling is de spanning om te snijden in huis. Beide niet van plan om maar enigszins tegemoet te komen aan de ander. En waarom, weer zo’n stom meningsverschil.
Al de hele ochtend zit ik aan tafel. Mijn lepeltje roert door de koffie heen. Ik blijf maar piekeren. Het gesprek herhaalt zich steeds maar weer in mijn hoofd. Ik hoor U Uw stem verheffen, en dan zoals altijd klap ik dicht. Sta ik vastgenageld aan de grond. En komt er geen woord mijn mond meer uit. Het enige wat ik dan wil, is me zo klein mogelijk maken. Zo klein dat niemand me meer ziet. Kruip ik uit de situatie weg, zodat ik er niet meer mee hoef te dealen. Ervaringen uit mijn jeugd komen op dat moment boven. Zodra ik een gevoel krijg dat er een ruzie kan ontstaan en de situatie kan ontploffen, dan ontsnap ik. En dan alles door een ervaring die ik tot op de dag van vandaag nog geen plek heb kunnen geven. IK was nog maar 5, een heel klein meisje. Ik werd wakker van een hoop herrie en liep een geëscaleerde ruzie binnen. Ik zie ze nog steeds staan die twee mannen, tegenover elkaar met een heel groot mes. Niemand heeft er ooit meer met me over gesproken. Bij dit soort situaties komt dat angstige meisje gewoon weer tevoorschijn. Hier moet ik een oplossing voor gaan vinden. Deze angst mag niet tussen ons in komen te staan. Hierdoor kan ik geeneens een meningsverschil met U uitpraten.
Wanneer ik een slok van mijn koffie wil nemen is deze al ijskoud. De koffie smaakt bitter, Maar toch drink ik hem op. Bij het laatste slokje gruwel ik er van. Er kruipt een rilling over mijn rug. Dat haalt me even uit de situatie. Dan hoor ik de muziek. Zonder dat ik me er bewust van ben geweest, bent U ook in de kamer gekomen. Er klinken verdrietige tonen in de kamer. Uw vingers gaan over de toetsen van de piano. De muziek maakt nog meer emoties bij me los. De tranen prikken in mijn ogen. Ik probeer ze te verdringen. maar tevergeefs. Zachtjes loop ik Uw kant op. Probeer ik toch weer contact te zoeken. En als ik naast U sta, trekt U me op schoot en slaat U Uw armen om me heen. Mijn woorden willen als een waterval mijn mond uit stromen. Maar al snel laat U weten dat dat niet nodig is. “Stil maar meisje”. In stilte zitten we lange tijd samen. We voelen en delen elkaars verdriet zonder ook maar enig woord. Dat is iets waar we eigenlijk altijd goed in zijn geweest het aanvoelen van elkaar. Waarom dat nu dan een paar dagen heeft moeten duren om dat te doorbreken is onbegrijpelijk. Maar ik ben me ook bewust dat ik erg koppig kan zijn en mensen weg kan duwen wanneer ik niet met de situatie overweg kan. Dan kan ik af en toe echt onredelijk zijn. Dat verdiend U niet. Want als er iemand echt altijd voor me klaar staat bent U dat.
Ik glijd van Uw schoot af en schuif naast U op de kruk bij de piano. Mijn handen glijden over de toetsen van de piano. Als vanzelf spelen ze de noten van de muziek waar U zo van kan genieten. De ruimte vult zich met de mooiste tonen. Wanneer ik naar U kijk zie ik U wegzweven. Met iedere noot dansen Uw gedachten mee. Uw ogen stralen en vertellen het verhaal. Met iedere noot die volgt worden de woorden van het verhaal duidelijker. En wanneer ik de laatste noten de ruimte in speel, en de muziek langzaam wegebt uit de ruimte, vloeit het verhaal op de stilte mee.
Even blijft het stil tussen ons. Maar dan staat U met onze dikke jassen voor me. “Kom meisje, we gaan even naar buiten”. Ik trek mijn jas aan en loop met U mee. De wind raast om ons heen. Bladeren in alle kleuren dwarrelen door de tuin. En als we even lopen begint het te regenen. Maar we wandelen rustig verder. Tijdens de wandeling vinden onze handen elkaar. Met onze vingers in elkaar verstrengeld laten we niet meer los. De regen vormt steeds grotere druppels. Het pad waar we lopen wordt steeds natter. Mijn lange vochtige haar zit in mijn gezicht geplakt. Met Uw vingers schuift U het weg. En wanneer ik U in Uw ogen kijk en het verlangen lees, zak ik op het natte modderige landweggetje op mijn knieën. Komt mijn berouw voor deze moeilijke dagen naar buiten. Mijn hoofd zakt naar beneden. En de waterval aan woorden komt naar buiten. “Sorry Meneer, ik mag het U niet zo moeilijk maken. De angst is er niet voor U. De angst ontstaat door een situatie die trigger. Daar mag ik U, maar ook mezelf, niet voor straffen. Sorry”. Hij legt zijn hand op mijn wang. “Het is goed meisje. Ik begrijp het ook wel. Maar soms doet het me verdriet. Ik hoop dat je de volgende keer met me wilt praten. Je mag opstaan.” Hij reikt zijn hand naar me toe. Die pak ik vast met mijn natte modderige handen. En voor ik kan reageren, smeert Hij het in mijn gezicht. Ik zie de uitdaging in zijn ogen. Al snel gaan mijn handen richting Zijn gezicht. En als ik dan raak smeer, krijg ik hem nog harder terug. Snel ren ik weg. Tussen de bomen door. Hopende dat Meneer me niet kan vangen. Maar de gladde bladeren tussen de bomen krijgen me te pakken. Ik glijd heel hard uit. Midden in een plas kom ik tot lading. Ik schater het uit. Al snel komt Meneer aangerend. Maar als Hij ziet dat alles oké is, komt er een lading bladeren over me heen. Heel stil blijf ik liggen. Wanneer Hij zich dan over me heen buigt, spring ik omhoog en trek Hem mee de plas in. Zeiknat, onder de modder, schater ik het uit. Stoppen met lachen is er niet meer bij. En dat gezicht van Meneer…. haha …. kon ik maar een foto maken. Maar na een ogenblik lacht Hij toch ook hard mee. “Je hebt me te pakken meisje” En ik krijg een dikke knipoog. “Maar nu sta je snel op. We gaan richting huis voordat we helemaal koud worden. Je dacht hier toch niet ongestraft vanaf te kunnen komen he dametje. Ik krijg mijn momentje ook nog wel”,
Al lachend lopen we naar huis. Af en toe ren ik een stukje vooruit. Maar dan haalt Hij me al snel weer in. Wanneer we weer over de drempel van ons huisje stappen, begint Meneer te lachen.
“Spaar jij je energie maar meisje. Die heb je straks nog heel hard nodig”
Wordt vervolgd
©By kleintje – 26 oktober 2021